Recently I applied for a position as a Member of a Supervisory Board Unfortunately I didn’t get the job because another candidate already had experience as a Member. Get that, but if you never the chance to get selectieprocedure om Raad van Toezicht-lid te worden. Reden? Er was een andere kandidaat die al eerder ‘lid’ was geweest. Tja, als niemand je de kans geeft dan ga je die ervaring helemaal nooit op doen natuurlijk. Of de kandidaat in kwestie een man of vrouw was achtte ik niet relevant. Tot ik afgelopen week in zo’n beetje elk medium geconfronteerd werd met het Vrouwenquotum.
Van feminist tot (fe)male chauvinist pig, de voor- en tegenstanders tuimelden over elkaar heen met meningen en argumenten. Eén pleitbezorgster zei dat als ze een job kreeg vanwege het quotum, ze dat prima zou vinden. Hmmm.. hoe had ik het gevonden als ik een telefoontje had gekregen met “Gefeliciteerd! de keuze is op u gevallen, mede om aan ons quotum te voldoen”? Er kwamen verschillende gedachten bij me op, echter geen enkele die voor publicatie op LinkedIn geschikt is.
Tuurlijk tijdens mijn 30 jarige werkzame leven heb ik het ‘old boys network’ in actie gezien. Een glazen plafond is moeilijk te zien, maar ik weet dat het bestaat. En ja helaas #metoo-achtige taferelen zijn me niet bespaard gebleven. Als vrouw heb je dus een nadeel. Toch, elk nadeel heeft een voordeel. In een masculine omgeving waarin ik vele jaren heb rondgelopen werd ik steevast als vertrouwenspersoon ervaren. Eén directeur zag er altijd op toe dat HIJ de koffie haalde ter voorkoming dat ik als usual suspect de klos was. Zelden had ik het gevoel dat mijn mening niet serieus genomen werd, tenminste niet door mijn mannelijke collega’s. ‘Sisterhood’ daarentegen deed me wel eens denken aan Assepoester en haar stiefzusters.
Dat diversiteit goed is voor besluitvorming, tevredenheid en zelfs (duurzame) winstgevendheid is tot uit den treuren aangetoond. Vraag die in deze context bij mij opborrelt is of ‘geslacht’ nu dat verschil maakt. Ondanks de eerste publicatie in 2005 is het boek van Ariel Levy ‘Female Chauvinist Pigs’ in deze context nog steeds een aanrader. Dat persoonskenmerken niet persé per gender zijn bepaald komt hierin op ludieke wijze naar voren.
Desalniettemin, ja er zijn verschillen tussen mannen en vrouwen. Onderzoek toont aan dat dames sneller neigen tot zelfonderschatting. ‘Wij’ denken al snel “kan ik dat wel?” Een vraag die in een gemiddeld herenbrein minder snel oppopt. Wat mogelijk overkomt als gebrek aan enthousiasme van een vrouwelijke kandidaat, kan heel goed kritische reflectie en bedachtzaamheid zijn. Iets waar in selectieprocedures zeker meer rekening mee gehouden kan worden.
Nog een puntje waar ‘wij’ op kunnen scoren. De Nederlandse vrouw is kampioen parttime werken. Volgens de laatste emancipatiemonitor van het CBS werkt in Nederland 74% parttime, dit in schril contrast met andere EU-landen (gemiddeld 31%). Discussies over werk/privé balans ten spijt, bij een topjob hoort nog steeds een pittig aantal werkuren, inclusief bereikbaarheid tijdens vakanties en weekends. In mijn ervaring als HR professional heb ik vaak geconstateerd dat zelfs de meest talentvolle vrouwen minder ‘ambitie’ hebben om de zogeheten top te bereiken. De stress, politiek, impact op je persoonlijk leven, het zijn allemaal redenen die ik heb gehoord van dames om zich niet te kandideren voor een executive positie.
Gaat een quotum deze problematiek oplossen? Ik denk van niet. In omgevingen waar ik quota actief toegepast zag worden, kwamen met de benoemingen ook direct de geruchten mee. De term ‘excuus Truus’ kent helaas vele gedaantes. Kinderziektes wellicht, maar wel zaak om deze bewegingen serieus te nemen ter voorkoming dat de beste bedoelingen verkeerd uitpakken.
Hoe krijgen we dan wel gelijke kansen én gelijke salarissen? Het antwoord heb ik niet gevonden. Deel graag jouw mening en ideeën want de grootste kans op succes zit absoluut in de ‘Diversity of Minds’.