Nieuwjaar werd 4000 jaar geleden voor het eerst gevierd. In Babylon. De jaarwisseling viel eigenlijk in maart tot Julius Caesar deze verplaatste naar 1 januari. ‘Goede voornemens’ stammen ook uit deze tijd. En zo begon het patroon van mooie plannen op 1 januari en frustratie op Blue Monday.
Waarom lukt het toch niet om zelfs maar drie weken te sporten en niet te snoepen? Heel complex is het antwoord niet. Een goed voornemen is vaak niet iets wat we willen, maar iets waarvan we vinden dat we het moeten. Natuurlijk kun je zeggen dat in de regen joggen heerlijk is, een zakje wortels net zo lekker weg knabbelt als M&M’s en bietensap een uitmuntend alternatief is voor “wijnen, wijnen”. Alleen, als je dat in alle eerlijkheid niet vindt, is het de vraag of je jezelf er duurzaam van kunt overtuigen dat het wel zo is.
Ik ga het anders doen. Caesar vond januari een topmaand voor de jaarwisseling vanwege de vernoeming naar de Romeinse god Janus. Janus heeft twee hoofden; één kijkt naar de toekomst, de ander naar het verleden. In plaats van te bedenken wat ik ‘moet’ in 2020 blik ik op 31 december terug. Even mijmeren over persoonlijke hoogtepunten zonder schuldgevoel over wat er mis ging en welke voornemens in de eerste weken van 2019 al sneuvelden.
Vol goede moed kijk ik uit naar een nieuw jaar zónder voornemens. Nou, vooruit ééntje dan: milder zijn voor mezelf en de mensen om me heen.